Dom. Bouzereau Chassagne-Montrachet

Chassagne Montrachet – Domaine Bouzereau Philippe 100% Chardonnay

Deze wijn belichaamt de Chardonnay-druif in een schitterend gouden gewaad. Haar heldere kleur, doorspekt met groene nuances, vangt het oog. Het boeket onthult een harmonie van meibloem, acacia, kamperfoelie vermengd met tonen van verbena, hazelnoot, en bij sommige gelegenheden, subtiele hints van getoast brood met boter. Deze wijnen kenmerken zich door een uitgesproken mineraliteit, waarbij vuursteen een prominente rol speelt. Met de rijping ontvouwen zich nuances van honing en rijp wit fruit. De afdronk is veelal weelderig, met een eerste indruk van volheid die samengaat met een zachte rondheid en kracht in de mond.

De weelderigheid en kracht maken deze wijn tot een ideale metgezel voor verfijnd wit vlees, zoals gevogelte of kalfsvlees in sauzen. Bovendien leent deze wijn zich uitstekend voor visgerechten, of het nu gaat om goed gekruide couscous of verfijnde Aziatische gerechten zoals curries en wokgerechten. Zalm, met zijn intrinsieke aroma's, vormt een bijzonder harmonieuze combinatie, evenals langoustine, kreeft, of zelfs foie gras.

In het zuidelijke deel van de Côte de Beaune deelt Chassagne-Montrachet, samen met Puligny en het goddelijke Montrachet (uitgesproken als "Monrachay"), de eretitel van "koning van de droge witte wijnen van de wereld".

De brede hellingen van deze gemeenten brengen de hoogste expressie van de twee Bourgondische druiven tot stand, namelijk de Pinot Noir en de Chardonnay, die hier zij aan zij gedijen.

Uitgestrekte marmergroeven, die dienen als een soort rotswand, vormden de bron voor de roze en beige tegels die de Trocadéro in Parijs sierden en, meer recentelijk, de Piramide van het Louvre.

De AOC Chassagne-Montrachet werd gevestigd in 1937 en omvat enkele percelen in het naburige dorp Remigny met vergelijkbare bodemgesteldheid.

Op hoogtes variërend tussen 220 en 325 meter, volgt de opeenvolging van gesteentelagen van rauracien tot callovien en tenslotte argovien. De bodems van de verschillende Climats, benoemd naar percelen met onderscheidende kwaliteiten, variëren van kiezelstenen kalksteen tot mergel en zandbodems met een basis uit het Jura-tijdperk.